De afgelopen maanden is er veel onduidelijkheid en onrust geweest omtrent het opleidingsbudget voor militairen op basis van het AMAR art 16 bis. De afspraken rondom dit opleidingsbudget zijn gemaakt in het AV akkoord 2017-2018, maar leiden nu bij de toewijzing van deze budgetten tot de nodige onrust. De GOV|MHB vindt het belangrijk om hier duidelijkheid over te scheppen in de richting van het personeel.

Wat is er aan de hand?
In het AV akkoord 2017-2018 zijn afspraken gemaakt over een verruiming van het opleidingsbudget op basis van het AMAR art 16. De verruiming hield in dat de bedragen waar men tot dan toe recht op had met 20% werden verhoogd, dat de militair zelf mocht beslissen of en wat voor opleiding hij/zij zou gaan volgen en dat ook militairen in FPS fase 3 recht hadden op dit budget. Bij het laatste punt was wel de beperking opgenomen dat dit tot 5 jaar voor het moment van leeftijdsontslag (LOM) gold, en over deze beperking is nu juist de onduidelijkheid ontstaan.

Ondanks dat het nooit de inzet van de GOV|MHB is geweest om een (kleine) groep uit te sluiten van de uitbreiding van dit opleidingsbudget, maakte het wel deel uit van het totaalpakket aan arbeidsvoorwaarden waar wij op 12 november 2018 mee akkoord zijn gegaan. Daar zitten voor ons positieve, maar ook negatieve punten aan. Beide hebben wij geaccepteerd als onderdeel van het pakket. Later blijkt er dan toch in een deel van de defensieorganisatie de behoefte of bereidheid om de beperking van 5 jaar voor LOM niet toe te passen bij de toewijzingen. Inhoudelijk is dat een stap waar de GOV|MHB niet tegen is, maar als de rest van de organisatie deze beperking wel toepast ontstaat er een ongelijkheid waar wij wel tegen zijn. Wat Defensie had moeten doen was in de richting van de bonden aangeven dat zij bij nader inzien toch behoefte had om het opleidingsbudget tot aan het LOM beschikbaar te stellen. Dan hadden we daar in het georganiseerde overleg overeenstemming over kunnen bereiken en had dit breed aan het personeel bekend gesteld kunnen worden. Ons inziens een ordentelijke en rechtvaardige manier om terug te komen op een gemaakte afspraak.

Defensie
De praktijk is helaas anders. Sommige defensieonderdelen passen de beperking wel toe, andere niet. Op het moment dat dit in het georganiseerde overleg kenbaar wordt gemaakt besluit Defensie het, conform de afspraak, alsnog niet meer toe te staan. Reeds toegezegde of nog lopende aanvragen werden echter wel nog gehonoreerd. Later is hier op teruggekomen en is besloten om de toegezegde en lopende aanvragen in de bijzondere commissie AV-akkoord 2017-2018 te behandelen. En telkens werd hierover via diverse kanalen (P&O-flash, intranet, commandanten) naar het personeel gecommuniceerd. Onduidelijkheid alom.

Het werd echter nog erger toen duidelijk werd dat Defensie de bonden de schuld gaven voor het vasthouden aan de beperking van 5 jaar voor LOM. Alsof wij voorstander waren om mensen de mogelijkheid van een opleiding te ontnemen. Over het standpunt van andere bonden gaan wij niet maar de GOV|MHB is hier zeker geen voorstander van. Wel zijn wij voorstander van het nakomen van afspraken en het aan de voorkant bespreken van wensen om iets wel of niet toe te passen. Diverse spookverhalen werden aan het defensiepersoneel verteld. zoals dat dit onderdeel zou zijn geweest van de onderhandelingen. De bonden zouden hebben gedreigd van tafel te stappen als Defensie zich niet aan de 5 jaar voor LOM zou houden. Onwaarheden en leugens die veel onrust veroorzaken bij het personeel en de bonden onterecht in een kwaad daglicht stellen.

En nu?
Wat Defensie moet doen is zich houden aan de afspraken die wij hebben gemaakt. En als de behoefte er is om een gemaakte afspraak te wijzigen of te laten vervallen dan dienen zij dit in het overleg met de bonden kenbaar te maken, zodat hierover overeenstemming kan worden bereikt. Als de behoefte er niet (of niet binnen alle defensieonderdelen) is dan dient Defensie zich te houden aan de afspraak en daarover eerlijk en op basis van feiten naar het personeel te communiceren.