Eind augustus kwam ik terug van het zomerverlof. Het onderhandelaarsresultaat wat wij voor het verlof, na jaren van moeizame onderhandelingen, hadden afgesloten was in de zomer door de leden tot een cao akkoord gestemd. En dan kwam plotseling het besef dat mijn werk als onderhandelaar, als hoofd sectie georganiseerd overleg (HSGO), er bijna opzit. Over enkele maanden geef ik het formeel over aan mijn opvolger Thijs van Leeuwen. Naast alle inspanningen om de werkzaamheden zo goed mogelijk aan hem over te dragen, is ook de tijd gekomen om terug te blikken op de afgelopen jaren. Een aantal zaken komen daarbij voor mij naar voren.

Uitdagend begin en moeizaam vervolg
Ruim 4 jaar geleden begon ik mijn functie bij de GOV|MHB en als ik terugkijk dan staat mij nog bij hoe ik toen als relatief onbekende in de wereld van de bonden in 2015 begon. Op dat moment was er net een deelakkoord afgesloten en werd de laatste hand aan de loonruimteovereenkomst gelegd. De afspraken uit het deelakkoord waren duidelijk. Kom een nieuwe pensioenstelsel en loongebouw voor militairen overeen. In korte tijd werd het mij duidelijk (gemaakt) op welke wijze het georganiseerd overleg tussen Defensie en bonden wordt gevoerd, wat de belangrijke dossiers waren en wat er van mij werd verwacht. Wat mij tevens snel duidelijk werd waren de verstoorde onderlinge verhoudingen tussen Defensie en de bonden, maar ook tussen de bonden onderling. Al met alle een lastige uitgangspositie met vele uitdagingen, maar zoals het een goed militair die aan een nieuwe functie begint betaamt ging ik met een positieve insteek en vol goede moed van start.

De eerste maanden hebben we in de vorm van ‘verkenningen’ geprobeerd om een gemeenschappelijke basis te vinden van waaruit de onderhandelingen tot een nieuwe cao konden worden begonnen. Deze fase was nog redelijk constructief en samen hadden we nog het gevoel dat het binnen afzienbare periode tot een resultaat zou kunnen leiden. Helaas bleek al snel dat dit positieve gevoel niet terecht was. Een periode van moeizame onderhandelingen, terugkomen op afspraken, stilleggen van het overleg en acties brak aan. Dit resulteerde erin dat in mei van 2017 Defensie een soort van eindbod op tafel lag. Het eindbod werd massaal afgewezen en verdere acties volgde. En net op het moment dat het er naar uitzag dat er lange tijd geen resultaat meer zou worden bereikt sloten wij een onderhandelaarsresultaat af in ‘de nacht van Dijkhoff’. Een resultaat dat in tegenstelling tot het eindbod ruime steun kreeg en als een stap in de goede richting werd aangenomen. Het arbeidsvoorwaardenakkoord 2017-2018 was een feit. Van de grote stelselwijzigingen die doorgevoerd moesten worden was hiermee de nieuwe diensteinderegeling afgerond. Een nieuwe pensioenregeling voor militairen en een nieuw loongebouw waren de volgende stappen.

 Zoals gezegd was het bereikte resultaat tegen de verwachtingen in bereikt en daardoor waren ook bij de vervolgonderhandelingen de nodige problemen. Ondanks dat er bij Defensie na tijden van krimp eindelijk een tijd van groei was gekomen bleek het herverdelen van de verbeteringen lastiger dan gedacht en werd een achteruitgang al helemaal niet meer geaccepteerd. Na een aantal mislukte pogingen waaronder het vorig jaar afgewezen onderhandelaarsresultaat, zijn we kort voor de zomer begonnen met het traject wat uiteindelijk tot het afgelopen arbeidsvoorwaardenakkoord 2018-2020 heeft geleid. Voor het eerst sinds lange tijd was er naar mijn mening sprake van een zorgvuldig proces waar open en eerlijk overleg plaats vond. Natuurlijk waren er dagen dat de spanningen hoog opliepen en waren we het vaker niet als wel eens, maar uiteindelijk altijd met de insteek om elke keer een stap voorwaarts te maken. Alle partijen zagen het belang van het bereiken van het resultaat voor het defensiepersoneel in. De volgende stelselwijziging, de nieuwe pensioenregeling is daarmee na 2 jaar onderhandelen eindelijk doorgevoerd.

Transparantie en betrokkenheid
Waar in het verleden de cao onderhandelingen en überhaupt het georganiseerde overleg meestal in relatieve anonimiteit werden gevoerd, bleek in de afgelopen jaren dat dit proces in toenemende mate de aandacht van het personeel had. Sterker nog op een zeker moment leek het wel alsof het allemaal om de arbeidsvoorwaarden draaiden. De frustratie en ontevredenheid over de jarenlange reorganisaties en bezuinigingen kwamen steeds meer naar boven. Een stem op een arbeidsvoorwaardenresultaat was niet alleen een stem voor of tegen de arbeidsvoorwaarden maar mogelijk zelfs een stem over de algehele gang van zaken bij Defensie.

De toenemende aandacht ging gepaard met een grotere behoefte om het vaak ondoorzichtige proces van onderhandelingen transparanter en met meer betrokkenheid van de leden te maken. De sociale media hadden hier een versterkende rol in. Uiteindelijk heeft dit bij de GOV|MHB geleidt tot meer betrokkenheid van de leden bij de inzet, meer openheid over de gang van het proces van onderhandelingen en meer input van en informatie richting de leden. De komende jaren zullen wij deze ingeslagen weg moeten doorzetten en ook de overige partijen in het georganiseerde overleg hiertoe blijven oproepen.
Principes van onderhandelen

Mijn insteek is het altijd geweest om integer en op argumenten de discussie te voeren waarbij ik niet alleen naar de belangen van de GOV|MHB keek, maar ook probeerde om de belangen van de andere partijen aan tafel en de belangen van het defensiepersoneel in de breedste zin daarbij in ogenschouw te nemen. Elkaar proberen te verbinden in gemeenschappelijke belangen en doelen in plaats van de tegenstellingen op te zoeken. De onderhandelingen open, eerlijk en zuiver te spelen. Respect te hebben voor de gemaakte afspraken en spelregels, maar vooral respect te hebben voor alle partijen en personen aan de overlegtafel en eenieder in zijn waarde te laten. Natuurlijk gaat het er wel een hard aan toe maar altijd op de inhoud en nooit op de persoon. Een ander punt wat voor mij altijd voorop stond was dat het ook om de inhoud ging en niet om het proces eromheen. Spelregels zijn soms nodig om het overleg in goede banen te leiden, maar mag niet een doel op zich worden. Vaak werd er meer tijd besteed aan discussie over het proces dan aan de inhoud van het overleg. Ik hoop dat ik gedurende de afgelopen jaren mijn bijdrage eraan heb kunnen leveren om de focus weer terug te brengen op de inhoud. Ik hoop dat dit ook de komende jaren het geval zal blijven en mogelijk nog meer zal worden.

Tijdens mijn functie was ik vaak kritisch naar de Defensie maar heb ik altijd op een integere wijze getracht mij in te zetten voor het belang van de leden, het personeel. Daarbij heb ik veel geleerd over het werk van de bonden, hoe het er aan toe gaat in de top van Defensie en hoe de politieke beïnvloeding tot resultaten kan leiden. Maar ik heb ook persoonlijk veel geleerd en keer terug naar Defensie met een rugzak vol ervaringen.

Unieke functie
Het was een voorrecht om als actieve militair mijzelf in deze bijzondere functie in te zetten voor de belangen van de leden en het defensiepersoneel in brede zin. De GOV|MHB kiest ervoor om een actieve militair als onderhandelaar in te zetten. Op momenten van overgave en als het gaat om dossierkennis is dat soms lastig, maar gelukkig zijn er een aantal vast steunpilaren bij de GOV|MHB die daar de helpende hand toesteken. Als het echter gaat om inlevingsvermogen en een actueel en relevant netwerk binnen de organisatie dan is het mijn overtuiging dat hier de kracht van de gekozen constructie ligt.
De laatste weken als HSGO zal ik mijn best doen om mijn opvolger Thijs van Leeuwen zo goed als mogelijk voor te bereiden op de uitdagende en waardevolle taak die hem staat te wachten. Het is mijn overtuiging dat dit absoluut gaat lukken en dat hij op zijn eigen unieke wijze de komende jaren tot een succes gaat maken.

Voor mij is het afscheid daarna geen definitief afscheid met van de GOV|MHB maar meer een tot ziens. Ik zal namelijk nadat ik de Hogere Defensievorming heb afgerond terugkeren als voorzitter van de Nederlandse Officierenvereniging (NOV) en daarmee de huidige voorzitter Ruud Vermeulen afronden. Dit zal ik weer als vrijgesteld militair gaan doen. Ik kijk er nu al naar uit!