Pixabay.com

De GOV|MHB is lid van de Vakcentrale voor Professionals (VCP). Eén van de duo-voorzitters is tevens lid van het hoofdbestuur. De VCP is samen met de FNV en het CNV aan werknemerskant vertegenwoordigd in de Stichting van de Arbeid (StvdA). De VCP heeft ook een zetel in de Sociaal Economische raad (SER) waar samen met werkgevers en overheid beleidsbepalende discussies worden gevoerd over o.a. onze pensioenen.

 

Gerichte acties van de VCP die aandacht vragen voor de renteproblematiek 2015/2016:


• Januari 2015. In een gezamenlijke vakcentrales brief in reactie op de ‘’Hoofdlijnennota optimalisering wettelijk kader voor premieovereenkomsten’’ geven de vakcentrales aan dat zij al lange tijd – onder meer via de Stichting van de Arbeid – pleiten voor een toereikend, koopkrachtbestendig, stabiel en betaalbaar pensioen. Daarvoor is het noodzakelijk dat er wordt gekomen tot een minder rentegevoelig en stabieler pensioencontract;
• April 2015. Mede naar aanleiding van gesprekken vanuit de vakcentrales (waaronder de VCP) met het lid Ulenbelt zijn er op 20 april Kamervragen gesteld over de lage rente en de gevolgen voor de deelnemers. Daarnaast heeft de VCP in april 2015 een kritisch (website)bericht geschreven over QE en het programma dat de ECB uitvoert, dat de financiële posities van de fondsen onder druk zet. In het bericht vraagt de VCP voor politieke bewustwording.
• Juli 2015. Op 15 juli 2015, een dag na de onverwachte bekendmaking door DNB dat er een strengere en volatielere UFR werd geïntroduceerd, heeft de VCP hierover een kritisch bericht geschreven op haar website.
• September 2015. Op 1 september hebben de gezamenlijke sociale partners vanuit de StvdA, ten behoeve van een Algemeen Overleg in de Tweede Kamer, een kritische brief geschreven over het moment van invoering van de nieuwe UFR door DNB. Ook wordt kritiek gegeven op de nieuwe methodiek.
Op 8 september 2015 heeft de VCP eveneens een kritisch bericht geschreven over de constant wijzigende wet- en regelgeving en het feit dat onze pensioenfondsen daar erg kwetsbaar voor zijn. In dit bericht staat ook dat terecht is dat staatssecretaris Klijnsma in een brief d.d. 8 september jl. op verzoek van de Tweede Kamer en de sociale partners aangeeft dat zij vóór 7 oktober a.s. zal komen met een breder onderzoek naar de veranderde marktomstandigheden, de nieuwe financiële spelregels als gevolg van het nieuwe FTK en de aanpassing van de UFR. Het onderzoek kijkt naar de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2020. Ook de premies voor 2021 komen in het onderzoek aan bod. De Stichting van de Arbeid, Pensioenfederatie, DNB en Centraal Planbureau zullen bij dit onderzoek door het Ministerie van SZW worden betrokken.
• Oktober 2015. In een kritisch bericht op de website van de VCP op 12 oktober pleit de VCP voor het terugkeren naar een stabielere methodiek rekenrente pensioenen. In dit bericht roept de VCP de staatssecretaris en de Tweede Kamer op om als politiek het heft in eigen handen te nemen en het DNB-besluit terug te draaien nog voordat pensioenfondsen de premies voor 2016 gaan vaststellen.
• November 2015. Op 26 november 2015 was er een AO in de Tweede Kamer. Met een gezamenlijke vakcentrale brief hebben de vakcentrales aandacht gevraagd voor de kabinetsreactie op het onderzoek ‘gevolgen lage rente en UFR voor de financiële positie van pensioenfondsen’. In de brief roepen de vakcentrales de Tweede Kamer op de UFR te heroverwegen. In Pensioenpro (pensioenvakblad van FD), Salarisnet en de Groningerkrant wordt hier tevens een bericht over geplaatst.

 

Gerichte acties van de VCP die aandacht vragen voor de renteproblematiek 2016:

 

• Januari 2016. Op 18 januari hebben de vakcentrales ten behoeve van een mondeling overleg over de financiële posities van de pensioenfondsen de Eerste Kamer een brief gestuurd waarin zij wederom aandacht vragen voor de UFR, het moment van invoeren van de nieuwe UFR en de gevolgen voor deelnemers. Ook wordt er aandacht gevraagd voor het QE-programma dat van invloed is op de dalende rente. Mede over deze brief wordt een artikel geplaatst in het FD en op Pensioenpro (20 januari 2016).
• Maart 2016. Op 23 maart 2016 is er door de Stichting van de Arbeid (StvdA) een zorgelijke brief verstuurd aan de minister president Rutte inzake de financiële positie van de pensioenfondsen en de gevolgen van de lage rente. Op 25 maart is er op Pensioenpro een artikel over verschenen.
• Mei 2016. Op 22 mei heeft de VCP een informatief bericht geplaatst op haar website over de zorgelijke situatie bij de pensioenfondsen. In dit bericht wordt ook aangegeven dat de VCP in het voorgaande jaar de Tweede Kamer al heeft opgeroepen om de UFR-methodiek te heroverwegen. Op 20 mei worden de zorgen van de vakbonden herhaald in een bericht in het FD dat gaat over een analyse van DNB over de financiële positie van de pensioenfondsen.
• Juni 2016. Op 6 juni en 7 juni 2016 heeft de VCP, samen met FNV en CNV, een persbericht en een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin zij de politiek aanspreekt op haar (mede)verantwoordelijkheid voor onze pensioenen. Aanleiding was een Algemeen Overleg over de pensioenen in de Tweede Kamer. De VCP heeft in dat kader, in deze brief, aangedrongen op vergelijkend internationaal onderzoek naar het beleid dat andere landen met kapitaalgedekte pensioenen hebben ontwikkeld. Dit onderzoek is tijdens dit AO door Staatssecretaris Klijnsma toegezegd voor het einde van het jaar en dit onderzoek wordt nu voorbereid door het CPB. Daarnaast zijn er naar aanleiding van deze brief diverse Kamervragen gesteld door Kamerlid Klein van 50-plus. Ook werd er aandacht voor gevraagd in het FD, het Eindhovens Dagblad, Blik op Nieuws.nl, AD, RTLZ, Telegraaf en Plus Online.
• Juli 2016. In de VCP-reactie op de verschenen perspectiefnota geeft de VCP als belangrijk punt aan dat zij vindt dat dit kabinet te veel oog heeft voor de toekomstdiscussie en te weinig oog heeft voor de korte termijn problematiek en de slechte financiële posities van vele pensioenfondsen.

Tot slot. Helaas, ondanks alle bovenstaande acties, is zowel de toezichthouder als de politiek niet bereid om de rekenmethodiek en de volatielere UFR tegen het licht te houden. Uit het bovenstaande overzicht mag duidelijk zijn dat de VCP de nodige acties heeft ondernomen, daar waar mogelijk vanuit een gezamenlijke inzet vanuit de vakbeweging en Stichting van de Arbeid. Het gevecht wordt voortgezet.