Geachte leden van de Vaste Kamer Commissie Defensie

Dank, dat u tijd voor ons heeft kunnen vrijmaken. Veiligheid was en is de unieke kernverantwoordelijkheid van de overheid. De regering en u, hebben de zeggenschap over de zwaardmacht en niemand anders.

 

De Centrales van Overheidspersoneel  maken zich grote zorgen over de toekomst van Defensie en haar personeel. Na tientallen jaren van bezuinigingen en reorganisatie op reorganisatie is Defensie  op het ‘point of no return’ beland.

 

Een ‘point of no return’ is in maritieme termen het punt waarop een schip zodanig slagzij maakt dat het  zal zinken en als verloren moet worden beschouwd. Als er niet snel substantieel wordt geïnvesteerd in zowel personeel als materieel defensiebreed, zal Defensie verregaand slagzij gaan maken.

 

Volgens de minister is er 1,1 miljard nodig voor het uitvoeren van de nota “In het Belang van Nederland”. Wanneer wij de personele component daarbij optellen is er 1,7 miljard nodig.  Deze personele component is essentieel, we kennen immers allemaal het  aloude adagium geen geld, geen Zwitsers. Dit adagium is ook van toepassing op Defensie. Het water staat Defensie inmiddels ruim boven de lippen. Met veel kunst- en vliegwerk en de veel geroemde ’can do’ mentaliteit van het personeel is Defensie in staat gebleken haar taken grotendeels uit te kunnen voeren. Maar om dit te kunnen volhouden is er de afgelopen jaren roofbouw gepleegd op zowel het personeel als het materieel. Beide hebben hier een hoge prijs voor betaald.

 

Materiële gevolgen zijn o.a. vervangingstrajecten die keer op keer worden uitgesteld, de hierdoor verouderde systemen leiden tot een onevenredige uitputting van de budgetten, het tekort aan reservedelen leidt tot kannibaliseren van uitrustingsstukken en er is grootschalig achterstallig onderhoud bij de defensie-infrastructuur.

 

Maar wat heeft dit betekend voor het loyale personeel, dat door zijn “can-do” mentaliteit alle veranderingen  mogelijk heeft gemaakt?

 

De Bijzondere positie van de Militair.

De bijzondere positie van de militair beperkt terecht verregaand de grondrechten van de militair. U moet altijd kunnen beschikken over uw militairen, over uw zwaardmacht. Zoals de minister het aangeeft: “De militair gaat door waar anderen stoppen”.  Deze inperking legt echter ook een bijzondere verplichting op aan het kabinet, de Tweede Kamer en aan het ministerie van Defensie. Bij nieuwe wetgeving dient er dan ook expliciet rekening te worden gehouden met deze “Bijzondere Positie”, dat is de “Bijzondere Verplichting”. De WUL en het AOW-gat hebben de militairen dan ook veel pijn gedaan en hebben het vertrouwen in de politiek en werkgever ondermijnd. De wederkerigheid is zoek, militairen lijken geen rechten meer te hebben, maar enkel plichten.

 

Geen arbeidsvoorwaarden-akkoord.

Uit de bijzondere positie vloeit onder andere ook voort dat militairen, geen stakingsrecht hebben maar wél actie kunnen voeren. De huidige situatie waar Defensie eenzijdig met een eindbod voor de CAO van het defensiepersoneel komt en niet tot een onderhandelaarsakkoord, is buitengewoon onwenselijk en past niet bij dit specifieke en unieke ministerie. De mededeling van de defensietop, “bij geen akkoord gaat dit jaar verloren en levert het u niets op” is op zijn zachts gezegd niet netjes. Het past wel goed  bij de constateringen in de defensiemonitor en ons eigen onderzoek dat het defensiepersoneel nagenoeg geen vertrouwen meer heeft in de politieke en militaire leiding van het departement.  Wij, de samenwerkende bonden, willen dat Defensie, ondanks de grote financiële problemen, ook nadrukkelijk oog heeft voor haar personeel en zijn noden.

Defensie heeft sinds 2013 geen arbeidsvoorwaardenakkoord meer afgesloten. De salarisverhogingen, inclusief het bovensectoraal akkoord, die het personeel de afgelopen tien jaar heeft ontvangen bevinden zich onder het inflatieniveau.  De financiële problemen waarin Defensie zich bevindt vertalen zich dus ook één op één naar de salarisontwikkeling bij Defensie. Dat vinden we niet acceptabel. Maar ook op andere belangrijke punten zoals de Nieuwe diensteinderegeling, de doorontwikkeling van het FPS en de pensioenen konden we géén overeenstemming bereiken.

 

Defensie loopt leeg.

De afgelopen 15 jaar zijn er bij de opeenvolgende reorganisaties meer dan 25.000 functies bij Defensie wegbezuinigd. Defensie loopt al jaren leeg. De wervingsopdrachten worden sinds jaar en dag niet gehaald en het irreguliere verloop is te hoog. Minister Hennis heeft in haar laatste personeelsrapportage aangegeven dat het irreguliere verloop zal worden teruggedrongen. Niets is minder waar: in 2016 zijn er wederom teveel militairen uitgestroomd. De vullingsgraad is ondanks het moeten afstoten van grote aantallen personeelsleden nu 90% en is zoals aangegeven dalende.  Schepen kunnen niet meer bemand worden en uit te zenden eenheden worden gevuld  ten koste van  andere eenheden die zich juist moeten opwerken voor uitzending (personele kannibalisatie). Dit gaat wederom ten koste van de veiligheid van het personeel. Wanneer Defensie, mede gezien de economische ontwikkelingen, zou gaan groeien, zal ze haar personeel juist perspectief moeten bieden. Een goede werkgever moeten zijn. Met de huidige gang van zaken, zoals het eenzijdige eindbod van Defensie; het niet veiligstellen van de “Bijzondere Positie” voorafgaande aan wetgevingstrajecten; de in de afgelopen 10 jaar sterk afgenomen koopkracht; het in het geheel niet marktconform vergoeden van overwerk, oefenen en uitzendingen, heeft Defensie  zich in een onmogelijke positie gemanoeuvreerd op het moment dat op de arbeidsmarkt het gevecht om goed personeel gestart is. In onze ogen een strategische fout. 

 

Opleidingen.
Door de bezuinigingen van afgelopen jaren is er ingeboet op het niveau van de opleidingen. De tijdsduur is ingekort en personeel wordt reeds op functie geplaatst terwijl de opleidingen nog niet zijn voltooid. De veiligheid van het personeel is hierdoor in het geding.

 

 

Geachte Kamerleden,

 

De Centrales van Overheidspersoneel en daarmee het defensiepersoneel maken zich grote zorgen over de staat van Defensie. De ‘can do’ is ‘can’t do it anymore’ geworden. Het wordt tijd dat de kernverantwoordelijkheid veiligheid weer serieus wordt genomen. De komende maanden en de huidige formatieonderhandelingen zijn cruciaal voor Nederland. Ook u kunt daar een belangrijke rol in spelen. Wordt er daadwerkelijk geïnvesteerd in onze veiligheid en Defensie?  De militairen geven al jaren een duidelijk signaal af: zo kan het niet langer, er moet geïnvesteerd worden in personeel en materieel. Er moet geïnvesteerd worden in uw kernverantwoordelijkheid, uw zwaardmacht. Wij, de bonden, vragen u om onze uitgestoken hand te aanvaarden en samen met ons de komende vier jaar deze kernverantwoordelijkheid handen en voeten te geven.