Maandag 27 mei jl. heeft de Kamerleden van de Vaste Commissie voor Financiën een debat gevoerd over de inkomensgevolgen van de invoering van de Wet Uniformering Loonbegrip (WUL).

 

Staatssecretaris Weekers moest tijdens het debat wederom uitleg geven over geconstateerde weeffouten in de wet.
De aandacht ging hierbij met name uit naar specifieke groepen in de maatschappij die zeer zwaar getroffen zijn door de invoering van de WUL. Enkele Kamerleden hebben de staatsecretaris hierbij, mede naar aanleiding van de brief van de Centrales van Overheidspersoneel binnen de sector Defensie aan de Vaste Commissie voor Financiën, specifiek gewezen op de positie van militairen.

 

Zoals verwacht begon de staatssecretaris zijn verweer met dezelfde ‘argumenten’ die hij ook tijdens het debat met de Vaste Commissie voor Defensie over de WUL voor het voetlicht bracht:

  • De Kamer wist van de consequenties voor de militairen. Deze stonden immers ‘ergens’ op bladzijde 24 van de toelichting, in een zin, opgenomen;
  • Een budgetneutrale vereenvoudiging van een stelsel houdt altijd in dat er winnaars en verliezers zijn;
  • De Kamer heeft zelf ingestemd met het feit dat de invoering voor enkele groepen zou leiden tot grote inkomensachteruitgang.

 

Het viel de GOV|MHB op dat Staatssecretaris Weekers wederom, door zijn ambtenaren, niet goed geïnformeerd dan wel niet op de hoogte is.
Zo stelde de staatssecretaris dat de zorg die militairen ontvangen loon in natura is. Militairen betalen echter gewoon een zorgpremie. Het was juist zijn ministerie, het ministerie van Financiën, die in 1995 bij de wijziging van het zorgstelsel in Nederland, bij Defensie afdwong dat militairen zorgpremie moesten gaan betalen. Dit omdat de zorg als loon in natura werd verstrekt. Over het deel zorgpremie dat Defensie bijdraagt, betaalt de militair ook gewoon loonbelasting.
Vanwege de specifieke eisen die aan de militaire inzetbaarheid worden gesteld, betreft het hier echter een bijzondere zorgstelsel (SZVK).

 

Staatssecretaris Weekers gaf daarbij tevens aan dat hij fiscaal gezien niets kan doen aan de situatie voor militairen. Ook dat is onwaar!
De staatssecretaris zou kunnen besluiten om, net als voor de inkomensafhankelijke bijdrage in de zorgverzekering voor burgers, de belasting op het premiedeel dat Defensie bijdraagt, te laten vervallen, hetgeen een deel van de negatieve effecten wegneemt.
(NB. Een deel van de geboden gedeeltelijke compensatie voor 2013 bestaat, met instemming van Staatssecretaris Weekers, uit bovengenoemde maatregel. Het grote verschil is echter dat de belasting nog wel dient te worden afgedragen. Dit geschiedt nu door Defensie, uit de defensiebegroting.)

 

Opmerkelijk was het feit dat Staatsecretaris Weekers stelde dat het feit dat Defensie nu uit de eigen begroting een afdracht dient te plegen aan het ministerie van Financiën, in het kader van de geboden compensatie voor 2013, voor de regering niet van belang is. Dit is immers per saldo voor de ‘schatkist’ budgetneutraal.
Dat deze afdracht voor Defensie een (extra) bezuiniging op de begroting inhoudt doet voor deze staatssecretaris dus klaarblijkelijk niet ter zake.

 

Daarnaast stelde de staatsecretaris dat de effecten van de invoering van de WUL in zijn totaliteit moeten worden bezien. Als uitkomst van de WUL, hebben in eerste instantie, in 2012, positieve effecten plaatsgevonden gerelateerd aan het zorgstelsel, gevolgd door negatieve effecten in 2013. Alleen kijken naar de negatieve effecten in 2013 is dan ook, volgens de staatssecretaris, niet terecht. Dit is waar, maar dan wel met een kanttekening: door het bijzondere zorgstelsel voor militairen kenden zij deze positieve effecten in 2012 niet. Ook dat ‘vergat’ de staatssecretaris in zijn betoog te melden.

 

Als laatste moet worden opgemerkt dat de staatssecretaris tijdens het debat maar bleef herhalen dat de invoering van de WUL budgetneutraal is. Uit de beantwoording van de vragen bleek echter dat de WUL voorzag in een reservering ter compensatie van zwaar getroffen groepen, á € 235 miljoen. Deze reservering, ‘betaald’ uit de opbrengsten van de invoering van de WUL, is echter door de Regering alternatief gebruikt. Ook hier kan niet anders worden geconcludeerd dan dat Staatssecretaris Weekers met zijn bewering dat de invoering van de WUL budgetneutraal geschiedt, enigszins bezijden de waarheid zit.

 

De GOV|MHB kan niet anders dan concluderen dat Staatssecretaris Weekers er vooralsnog alles aan gelegen is om Defensie en de militairen zelf op te laten draaien voor de grote negatieve effecten die de invoering van de WUL heeft op het inkomen van de militair én de begroting van Defensie. De GOV|MHB roept de minister van Defensie op om haar collega (nogmaals) te informeren over het ziektekostenstelsel van militairen. Want het is beschamend dat een staatssecretaris Kamerleden (wederom) van verkeerde informatie voorziet.