Defensie heeft besloten de Herinneringsmedaille Vredesoperaties een nieuwe
naam te geven omdat de huidige naam de lading niet meer dekt.
Aan het huidige uitvoeringsbeleid m.b.t. de toekenning van de Herinneringsmedaille Vredesoperaties – waarbij nagenoeg elke missie, tegen het vastgestelde beleid in, over één kam wordt geschoren - verandert volgens Defensie niets.
Naar oordeel van de GOV|MHB wordt met de naamsverandering slechts naar de fout toe gecorrigeerd, hetgeen getuigt van disrespect voor de operationeel ingezette militairen.
De Telegraaf
De Telegraaf meldt donderdag 30 juli onder de titel ‘Vredesmedaille te licht voor militaire missies’: “Omdat Nederlandse militairen bij missies in het buitenland tegenwoordig meestal oorlogshandelingen verrichten, verandert Defensie de decoraties die na afloop worden uitgereikt. De ’Herinneringsmedaille Vredesoperaties’ verdwijnt komend najaar.”
Meer details over wat er staat te veranderen geeft het artikel echter niet. Reden voor de GOV|MHB om navraag te doen bij Defensie.
GOV|MHB
Op de vraag van de GOV|MHB wat er nu exact staat te veranderen antwoord Defensie dat het uitsluitend gaat om de naam van de Herinneringsmedaille Vredesoperaties. Deze naam dekt de lading niet meer, nu deze herinneringsmedaille wordt toegekend voor veel meer soorten missies dan uitsluitend vredesoperaties.
Klinkt logisch, ware het niet dat nu net deze laatste zin bij de GOV|MHB argwaan op roept.
Al verscheidene malen heeft de GOV|MHB Defensie er formeel en informeel op gewezen dat de Herinneringsmedaille Vredesoperaties als blijk van erkenning & waardering wordt toegekend voor missies die niet voldoen aan de toekenningscriteria. (Voor voorbeelden: zie einde van het artikel.)
Dan is het ook niet vreemd dat de naam van de onderscheiding de (foutieve) lading niet meer dekt.
De GOV|MHB kan dan ook niet anders dan concluderen dat de voorgenomen naamsverandering niets meer is dan naar de fout toe corrigeren.
De echte fout, het niet uitvoeren van het vastgestelde beleid, blijft gewoon bestaan.
Hoofdtaken van Defensie
Nederland heeft een Krijgsmacht ten behoeve van de verdediging en ter bescherming van de belangen van het Koninkrijk, alsmede ten behoeve van de handhaving en de bevordering van de internationale rechtsorde[i].
Om die reden wordt de Krijgsmacht ingezet bij vredesafdwingende operaties of gewapende conflicten (I), ter handhaving van de vrede (vredesbewarende operaties) (II) en ter ondersteuning van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving (III), bij rampen en humanitaire hulpverlening (IV).
Voor de erkenning en waardering voor de inzet van de Krijgsmacht bij de verschillende operaties kent het huidige decoratiebeleid van Defensie een drietal herinneringsmedailles:
- Voor hoofdtaak I: het Kruis voor Recht en Vrijheid;
- Voor hoofdtaak II: de Herinneringsmedaille vredesoperaties;
- Voor hoofdtaak IV: de Herinneringsmedaille voor Humanitaire Hulp bij Rampen.
Daarnaast heeft een ministeriele commissie[ii] in 2001 de minister van Defensie geadviseerd om, in voorkomend geval, een herinneringsmedaille te overwegen voor de derde hoofdtaak. In voorkomend geval, omdat in 2001 de Krijgsmacht (formeel) nog geen operationele inzet kende ter ondersteuning van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving.
‘Ere wie ere toekomt’
Defensie stelt zelf: “Het is een goede zaak dat waar veel mensen bijzondere inzet betonen, zij allen - ongeacht rang of positie - daarvoor ook de erkenning krijgen die ze verdienen, immers: "ere wie ere toekomt".” Een uitgangspunt dat de GOV|MHB volmondig deelt.
Het huidige uitvoeringsbeleid betekent dat een militair voor nagenoeg elke missie waarvoor deze wordt ingezet op één en dezelfde manier ‘erkenning en waardering’ krijgt. Met andere woorden: of de militair onder daadwerkelijke oorlogsomstandigheden wordt ingezet zoals bijv. in Afghanistan of dat de militair in hemdsmouwen helpt een kazerne te bouwen, zoals in Afrika, maakt in dat geval niet meer uit. Alle inzet wordt dan over één kam geschoren. De militair wordt dan een geüniformeerd nummer in een grote massa.
Voor de GOV|MHB is dat alles behalve ‘voor de bijzondere inzet de erkenning krijgen die ze verdienen’, maar getuigt dit van disrespect voor de operationeel ingezette militairen.
Beleving
Verschillende herinneringsmedailles voor verschillende vormen van inzet sluit aan bij de beleving van de militairen. Elke missie is weer anders. Een andere opdracht, andere werkzaamheden, andere omstandigheden en niet te vergeten andere (be)dreigingen en risico’s. Een deel van deze verschillen wordt weergegeven door het verschil in herinneringsmedailles.
Het laat niet alleen zien wie er veelvuldig is ingezet en wie wat minder weg is geweest, het maakt van de militair met verschillende medailles ook een mens met een achtergrond en een verhaal, in plaats van een geüniformeerd nummer in een grote massa.
Verschillende herinneringsmedailles worden om die reden dan ook door de militairen zeer op prijs gesteld.
Missende herinneringsmedaille
De GOV|MHB is dan ook van mening dat er daarom juist invulling gegeven moet worden aan het advies van de eerdergenoemde ministeriele commissie: de nog missende herinneringsmedaille voor de operationele inzet ter ondersteuning van nationale en internationale civiele autoriteiten bij rechtshandhaving dient te worden ingesteld.
Daarnaast dient Defensie (gewoon) invulling te geven haar eigen beleid m.b.t. de toekenning van herinneringsmedailles, zoals dat beschreven staat en oorspronkelijk bedoeld is.
Daarmee wordt de inzet van een militair t.b.v. een van de vier hoofdtaken van de Krijgsmacht, naar oordeel van de GOV|MHB, pas echt erkend en gewaardeerd, zoals Defensie pretendeert na te streven. En vindt het beleid m.b.t. het toekennen van herinneringsmedailles aansluiting bij de beleving van de militair.
Pas dan is er daadwerkelijk sprake van "ere wie ere toekomt"!
De GOV|MHB heeft de Minister van Defensie middels een brief haar mening over de voorgenomen naamswijziging én het in standhouden van het foutiveve uitvoeringsbeleid kenbaar gemaakt.
Voorbeelden van foutieve toekenning van de Herinneringsmedaille Vredesoperaties
SFTG-A
De HVO is ten onrechte toegekend t.b.v. de NAVO artikel 5-missie – onder toepassing van art. 71 Wet Militair Strafrecht ('Oorlogsomstandigheden') - van de Special Forces Task Group-Afghanistan van 27 februari 2005 tot 17 april 2006. Een missie waarvoor het Kruis voor Recht en Vrijheid de enige juiste herinneringsmedaille is.
De HVO is ten onrechte toegekend voor de, nog steeds lopende, anti-piraterij-missies voor de kust van Somalië. Missies met als grondslagen, volgens de artikel 100-brieven, humanitaire ondersteuning én bevordering van de internationale rechtsorde. Beiden grondslagen die in het instellingsbesluit van de HVO expliciet worden uitgesloten voor toekenning van de HVO.
-----------------
[i] Grondwet artikel 97
[ii] Commissie “Toekomst Decoraties van de Minister van Defensie”