Het hoofdbestuur van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reserveofficieren (KVNRO) heeft grote moeite met de maatregelen van de Commandant Landstrijdkrachten, die op 27 augustus jl. zijn uitgelekt. Vanwege financiële problemen bij de landmacht zou de inzet van reservisten per begin september in feite voor de rest van het jaar nagenoeg worden stopgezet.

 

De vereniging van reserveofficieren meent dat de landmacht hier verkeerde keuzen maakt.

 

 

Al op de saamhorigheidsbijeenkomst van de vereniging op 29 augustus jl. heeft voorzitter Gert Dijk de minister opgeroepen om de beperkingen bij het overhevelen van personeelsbudgetten ongedaan te maken en daarmee te bewerkstelligen dat deze maatregel zo gauw mogelijk van tafel gaat en ook in de komende periode en jaren deze maatregel niet opnieuw wordt ingevoerd.

Hij erkende de grote financiële problemen van defensie – de KVNRO heeft daar al jaren aandacht voor gevraagd – maar noemt het bijzonder zuur om te moeten constateren dat de Commandant Landstrijdkrachten nu besloten heeft vooral ook onmiddellijk te gaan bezuinigen op de inzet van reservisten.

 

Daarbij is het (voorgenomen) besluit van de commandant van de landmacht volledig in strijd met het beleid van de minister en de tweede kamer zoals dat is opgenomen in de reservistennota 2014. In die nota beschrijft de minister hoe zij meer en beter gebruik wil maken van het reservepersoneel van de krijgsmacht.

 

De besparing die de Commandant Landstrijdkrachten denkt te behalen is relatief gering, zeker in verhouding tot de schade die wordt aangericht zowel binnen als buiten de organisatie. Zowel ten opzichte van het eigen personeel als de instanties die dachten steun van de landmacht te ontvangen toont de organisatie zich een onbetrouwbare partner. Dat veroorzaakt aanzienlijke schade, die zo snel niet meer is te herstellen. ‘Penny wise, pound foolish’, dus.

 

De geoefendheid van de reservist leidt schade op: de honderden militairen van het Korps Nationale Reserve, die recent bij hun bataljons zijn ingestroomd, kunnen niet voort met de verdere opleiding en zijn dus niet volledig inzetbaar. De vele tientallen reserveofficieren die bij 1 CMI Commando een najaar vol training en oefeningen wachtte, zullen duimen moeten draaien. Het zal duidelijk zijn dat dat afbreuk doet aan de motivatie van de reservist.

 

Van reservisten wordt continue beschikbaarheid en een minimum aantal uren training en opleiding gevraagd. Het motto daarbij is: Vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Met één pennenstreek wordt dat principe eenzijdig geschonden. En dat treft het personeel met de meest kwetsbare arbeidsverhouding.

 

 

De KVNRO doet een dringend beroep op de minister om de door de Commandant Landstrijdkrachten (voor-)genomen maatregelen aangaande de reservisten te verhinderen.

De uitvoering van haar beleid verdient – bij de landmacht – een betere start.

 

De KVNRO vraagt de leden van de Tweede Kamer de nodige druk uit te oefenen om Defensie in staat te stellen de relatief goedkope maar (nog) uiterst gemotiveerde reservisten opgeleid, geoefend en getraind te houden.

 

Tenslotte zal de KVNRO via haar vertegenwoordiging in het Georganiseerd Overleg aandacht vragen voor de negatieve aspecten van de (voor-)genomen maatregel.

 

 

 

 

De KVNRO is de bijna 100-jarige vereniging van reserveofficieren van de krijgsmacht en telt ruim 1200 betrokken leden. Daarvan is de helft actief dienend – ca. 43% van het totaal aan reserveofficieren bij de krijgsmacht.

 

Utrecht, 10 september 2015