Op 24 december jl. heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een aantal zaken over het AOW-hiaat bij ontslagen defensiemedewerkers met een bovenwettelijke WW-uitkering. De rechtbank oordeelde dat Defensie zich schuldig maakt aan leeftijdsdiscriminatie door deze bovenwettelijke uitkering bij de leeftijd van 65 jaar te beëindigen en niet door laat lopen tot de AOW-leeftijd.

                         

Twee van deze zaken waren door GOV|MHB aangespannen nadat de Minister van Defensie in het besluit op bezwaar de eindleeftijd van de uitkering, 65 jaar, had gehandhaafd. De rechtbank stelde vast dat er sprake was van een verboden onderscheid op grond van leeftijd zoals bedoeld in de ‘Wet Gelijke Behandeling op grond van Leeftijd bij de arbeid’. Daartoe overwoog de rechtbank dat voor de leeftijdsgrens van 65 jaar geen objectieve rechtvaardiging door een legitiem doel is te vinden. Deze leeftijdsgrens is door de verhoging van de AOW-leeftijd volstrekt willekeurig geworden. Uitkeringsgerechtigden krijgen hierdoor tussen 65 jaar en hun AOW-leeftijd te maken met een ernstige inkomensterugval.

De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en stelde eigenhandig de einddatum van de uitkering gelijk aan de AOW-leeftijd. Defensie heeft tegen deze uitspraak al aangegeven in hoger beroep te zullen gaan.

 

GOV|MHB

De GOV|MHB is blij met deze uitspraak al beseft zij zich terdege dat dit grote financiële gevolgen zou kunnen hebben voor Defensie. Daarom roept de GOV|MHB het Kabinet op, om in lijn met de afgewezen motie Van Dijk (SP) van 12 november 2015:

De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat het AOW-gat niet is veroorzaakt door Defensiepersoneel, maar door een wetswijziging van de regering;

overwegende dat een grote groep oud-medewerkers een aanzienlijke inkomensterugval ondergaat; verzoekt de regering, zich in te spannen om het AOW-gat te dichten en de Uitkering Gewezen Militairen (UGM) van oud-medewerkers door te laten lopen tot de AOW-gerechtigde leeftijd, en gaat over tot de orde van de dag”, Defensie te compenseren voor de extra kosten die hiermee gepaard gaan.

Ondanks dat de uitspraak van de Rechtbank Den Haag zich richt op de Bovenwettelijke WW-uitkering verwacht de GOV|MHB dat dit ook zijn invloed zal hebben op rechtszaken betreffende het AOW-gat bij de UGM.