Dekkingsgraden ABP
De dekkingsgraad van het ABP is na 1 januari 2016 flink doorgezakt tot eind februari een niveau van zo’n 88%. Oorzaken zijn de nog steeds dalende rente als gevolg van (opkoop)acties van de Europese Centrale Bank (ECB) en de wegglijdende aandelenkoersen in die maanden. De koersen trekken waarschijnlijk wel weer bij, maar van de rente lijkt de val niet te stuiten, hoewel de president van de ECB, Draghi, nu heeft gezegd het bij de laatste verlaging te laten. De regels van het Financieel Toetsings Kader (FTK) leiden als gevolg tot de volgende bevindingen.
Afstempelen bij actuele dekkingsgraad
Het ABP-bestuur heeft eerder vastgesteld dat als de actuele dekkingsgraad op 1 januari 2017 lager is dan de zgn. kritische dekkingsgraad van zo’n 90% (nog nader vast te stellen), er een korting volgt. Die korting is groot het verschil tussen die lagere actuele dekkingsgraad en die kritische dekkingsgraad, maar dan wel uitgesmeerd over 10 jaren. Dus stel, de actuele dekkingsgraad op 1 januari 2017 staat op 85%, dan is de korting per 1 januari 2017 (90-85)/10 = 0,5%. Het pensioen dat alle actieve deelnemers én gepensioneerden in 2016 hadden opgebouwd dan wel ontvingen, wordt dan per 1 januari 2017 met 0,5% gekort. Ligt de actuele dekkingsgraad op 1 januari 2017 hoger dan de kritische dekkingsgraad, dan wordt er niet gekort, maar ook nog lang niet geïndexeerd.
Indexeren bij beleidsdekkingsgraad
Het FTK hanteert de zgn. beleidsdekkingsgraad voor het bepalen van de indexatie. De beleidsdekkingsgraad is de voortschrijdend gemiddelde actuele dekkingsgraad van de laatste 12 maanden, afgebeeld in de grafiek hierboven. De beleidsdekkingsgraad per 1 februari 2016 was 1.178,4 / 12 = 98,2%. De beleidsdekkingsgraad per 1 maart 2016 is 1.167,3% / 12 = 97,3%.
Van (gedeeltelijke) indexatie kan pas sprake zijn vanaf een dekkingsgraad van 110%.
ECB
De ECB stelt een rente vast waarop DNB de rente baseert die pensioenfondsen volgens het FTK moeten gebruiken bij de berekening van hun pensioenverplichtingen. Draghi heeft onlangs deze rente nog weer eens verlaagd tot 0% en laten weten liever niet nog lager te willen en gedurende langere tijd de rente op dat laatste niveau te houden. Een negatieve rente leidt tot veel meer ongemak omdat dan toch echt deflatie en de situatie in Japan om de hoek komt kijken. Langere tijd dus een heel lage FTK-rente, dus lange tijd een lage dekkingsgraad (ook al omdat de beleidsdekkingsgraad doorsuddert), want ook al zou de activakant van de ABP-balans worden opgeplust met prachtige rendementen, tegen een dalende rente is haast niet op te beleggen. 1% FTK-rente meer of minder betekent 12%-punt dekkingsgraad verschil.
GOV|MHB
De GOV|MHB vindt al langer dat de FTK-rente voor de berekening van betalingsverplichtingen van pensioenfondsen een onwaarschijnlijke maatstaf is geworden. De ECB rente dient een heel ander doel. De rente wordt laag gehouden om met goedkoop geld de Europese economie te stimuleren. Maar zo’n ECB-rente is een tijdelijk conjunctureel verschijnsel, terwijl de betalingsverplichtingen van pensioenfondsen voor een deel kortlopend zijn, maar voor een veel groter deel over vele tientallen jaren lopen. Daarvoor is die ECB-rente niet de goede maatstaf. De rente die nu in het FTK moet worden gebruikt is een risicovrije rente die de onzekerheid in de huidige markten reflecteert.
Beter ware het een discontovoet te zoeken die de kosten van langdurige betalingsverplichtingen reflecteert en die daardoor ook minder fluctueert. De GOV|MHB wil naar een zgn. macrostabiele discontovoet om de hoogte van toekomstige betalingsverplichtingen nu contant te maken. Je zou bijv. ook hier een gewogen voortschrijdend gemiddelde van aandelen- / vastgoed- / obligatierendementen van de laatste tien jaar als basis daarvoor kunnen gebruiken. Een dergelijke discontovoet zorgt er ook voor dat in een situatie van een hoog oplopende rente de onterechte indruk ontstaat dat er te veel geld in kas is, waar dan begerige blikken op worden geworpen door een overheid met een begrotingstekort.
Toegegeven, je moet in een baisse situatie niet teveel geld uitgeven, de kas legen en nooit meer boven Jan komen. Echter, hantering van de huidige risicovrije FTK-rente geeft in de lange termijn perspectieven van een pensioenfonds een vertekend beeld van de solvabiliteit van het fonds. Een meer reële lange termijn rente van bijv. 3% (6% rendement -/- 2% inflatie -/- 1% risicomarge) geeft een ABP-dekkingsgraad die momenteel zou liggen in de buurt van de 115%. De GOV|MHB ziet dan ook geen reden om binnenkort de pensioenen te gaan korten. En dat venten wij uit richting politiek, Financiën en DNB. Anderzijds, er is gezien de trage groeiverwachtingen van de wereldeconomie en de wereldwijde schuldenpositie helaas ook geen reden om uitbundig te gaan indexeren.
De huidige lage rente dwingt misschien per 1 januari 2017 tot pensioenkortingen vanuit een verkeerde rekenmethodiek. Het onderwerp pensioenen, meer specifiek de vormen van een nieuw pensioenstelsel, wordt inzet bij de komende verkiezingen. Het moment om aan beleidsbeïnvloeding te doen.