Het ABP, het pensioenfonds voor overheidspersoneel, verhoogt de pensioenpremies voor alle ambtenaren. Ook defensiemedewerkers gaan daardoor vanaf deze maand meer betalen. Volgens het ABP zijn de belangrijkste redenen voor de stijging de lage rente en het lagere verwachte beleggingsrendement de komende jaren.
In eerdere jaren werd bij de bepaling van de premie nog rekening gehouden met optimistischer toekomstverwachtingen. De premie was daardoor de laatste jaren gezakt naar een laag niet meer kostendekkend niveau. De premieverhoging is daarom terecht, maar heeft door de sterke stijging vooral voor de militair behoorlijke consequenties voor het netto inkomen.
De premie voor militairen stijgt meer dan die van burgerpersoneel. Dit komt doordat militairen binnen het ABP een aparte pensioenregeling (eindloon) hebben, waarvoor een andere premie geldt. Op de eerstvolgende loonstrook staat precies hoe de percentages zijn opgebouwd en wat het effect is van de premiestijging op het netto maandelijks inkomen.
Burgerpersoneel
Voor burgerpersoneel stijgt de premie voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen (OP/NP) van 19,1% in 2016 naar 21,5% in 2017. De werkgever en werknemer betalen de premie gezamenlijk. De burgermedewerker betaalt vanaf deze maand 6,45% en Defensie 15,05%.
Militairen
Voor militairen stijgt de OP/NP-premie van 18,9% naar 23,9%. De verdeling van de extra premie tussen werkgever en werknemers is bij hen anders dan bij burgermedewerkers. Defensie betaalt 14,677% en de werknemer 9,223% (6,643% + een extra opslag van 2,58%). Ook deze premies worden apart vermeld op de loonstrook. Die 2,58% opslag komt voor 100% rekening militair. Dat zijn nl. typische eindloonregeling kosten zijn die volgens afspraken binnen ABP niet voor rekening werkgever Defensie komen, omdat de overige overheidswerkgevers die kosten in de middelloonregeling niet kennen.
Gevolgen netto loon
Financiën heeft extra geld voor Defensie beschikbaar gesteld om de verhoogde werkgeverbijdrage in de premie (70%) te kunnen betalen. Het extra geld voor de werknemerbijdrage moet komen uit een loonsverhoging. Bij een loonsverhoging van 1% stijgt het netto loon van de burgerambtenaar nog net met een half procent, maar het netto loon van de militair daalt vanwege de grotere pensioen premiestijging. Afhankelijk van de hoogte van het inkomen loopt het netto maandelijks inkomensverlies op tot wel honderd euro netto bij een actieve luitenant-kolonel en bij een UGM-luitenant-kolonel rond de 50 euro netto. In de arbeidsvoorwaardenonderhandelingen zal dit een expliciet punt van bespreking zijn.