De PAS-regeling voor burgerambtenaren is per 1 januari 2018 gewijzigd in die zin dat u de regeling nog steeds op 57 jaar kunt laten ingaan, maar dat dat vanwege fiscale eisen leidt tot pensioenopbouw.
Gaat u in 2018 met de PAS-regeling (Partiële Arbeidsparticipatie Senioren Regeling) en bent u nog niet 58 jaar op het moment van ingang, dan bouwt u over de hele periode tot aan uw pensioendatum minder pensioen op. U bouwt nl. geen pensioen meer op over de PAS-inhouding op uw pensioengevend inkomen (zo ongeveer uw brutosalaris). Dat leidt tot 5% minder pensioenopbouw per jaar. Dit is het gevolg van de verhoging van de pensioenrichtleeftijd naar 68 jaar per 1 januari 2018. Het opbouwen van pensioen over het fulltime salaris bij gebruik maken van de PAS-regeling is fiscaal gezien alleen mogelijk als medewerkers binnen 10 jaar voorafgaande aan de pensioenrichtleeftijd met de PAS beginnen.
Als u binnen 10 jaar voorafgaand aan de pensioenrichtleeftijd met PAS gaat (dus vanaf 58 jaar) kunt u pensioen opbouwen over het gehele pensioengevend inkomen dat u verdiende voordat u de PAS-regeling liet ingaan. Laat u echter langer dan 10 jaar voorafgaand aan de pensioenrichtleeftijd de PAS-regeling ingaan (dus vanaf 57 jaar), dan bouwt u geen pensioen meer op over het deel salarisvermindering ten gevolge van de PAS-regeling. Voor de deelnemers met het maximale pensioengevend inkomen van € 105.075,- (dat kan ook een deelnemer met een lager part time inkomen zijn dat wordt omgerekend naar een full time inkomen), kan dat anders liggen omdat ook het verlaagde PAS-inkomen boven de aftoppingsgrens blijft steken.
Wilt u ten volle gebruik maken van de PAS-regeling, dus incl. de volle pensioenopbouw over het onverminderde salaris, wacht dan met het in laten gaan daarvan totdat u 58 jaar bent geworden.
Bent u al in 2017 begonnen met de PAS-regeling, dan verandert er niets voor u in de pensioenopbouw.