Utopia
Uit een onlangs gehouden onderzoek onder de Nederlandse bevolking is gebleken dat
de Nederlander een stuk pessimistischer is geworden ten opzichte van 2011. Dit is
bijzonder te noemen daar we de economische crisis al enige tijd achter ons hebben gelaten
en volgens het CBS en het kabinet wordt er voor de komende jaren economische voorspoed
verwacht.
Het aantal werkzoekenden daalt langzaam, de huizenmarkt is weer booming, de nullijn hebben
we vooralsnog achter ons gelaten en het financieringstekort van de Nederlandse staat neemt
verder af.
Je zou dan verwachten dat dit de burger goede moed zou geven. Niets is echter minder
waar. De Nederlander maakt zich zorgen over de gevolgen van Brexit en bijna de helft van de
geënquêteerden verwacht dat de EU binnen 10 jaar uit elkaar is gevallen. De euro wordt door
steeds meer mensen als een ‘zeuro’ ervaren. Een ‘zeuro’ waarover later dit jaar in Finland een
referendum wordt gehouden: blijven we erin of gaan we terug naar de markka.
Naast het sceptisch zijn over de EU blijkt uit het onderzoek dat een groot deel van de
Nederlanders zich zorgen begint te maken over zijn ‘vrede en veiligheid’: 44% van de
ondervraagden maakt zich zorgen over Wereldoorlog III, in 2011 was dit nog maar 17%. De meer
dan verdubbeling van het percentage is bijzonder te noemen. Tot op heden ontvang ik echter
geen massale signalen uit onze samenleving dat er moet worden geïnvesteerd in onze
vrede en veiligheid. Vooralsnog valt vrede en veiligheid onder het (politieke) adagium van
‘vanzelfsprekend en vrijwel gratis’ te zijn.
Is Nederland daadwerkelijk aan het ontwaken uit zijn Utopia-droom en opent het langzaam de
ogen voor de wereldwijde veranderingen op het gebied van vrede en veiligheid? Veranderingen
‘ver’ van onze achtertuin, maar die via onze voordeur grote effecten kunnen hebben op
ons veiligheidsgevoel en onze welvaart en dus ook onze portemonnee. Welvaart begint bij
(internationale) stabiele veiligheid, iets wat in Utopia misschien vanzelfsprekend is, maar
voor ons aardse bewoners iets is dat we moeten koesteren en indien nodig moeten kunnen
beschermen.