Gebrek aan vertrouwen
In mijn voorwoord van december 2017 schreef ik: “Tijdens de ledenraadplegingen bleek dat er nog steeds sprake is van wantrouwen. Regelmatig was te horen: “Dat kunt u wel zeggen, maar ik geloof u niet”. Dit laatste komt omdat werkgever en bonden niet altijd met één mond spreken en er zo verwarring ontstaat.
Ik moet helaas constateren dat hier in het jaar 2018 geen verbetering in is opgetreden. Sterker, het vertrouwen tussen sociale partners is helaas tot een dieptepunt gedaald. Overigens niet alleen tussen de sociale partners, maar ook bij het personeel. Steeds vaker geven collega’s het signaal aan mij af dat zij van mening zijn dat zij niet goed en niet volledig worden geïnformeerd. En dit laatste vind ik zeer zorgelijk daar het wantrouwen hierdoor nog verder wordt aangewakkerd. Het personeel heeft recht op goede en volledige informatie en ’het wassen van de handen in onschuld’ door de schuld bij de bonden te leggen is niet fair. Niet alleen de vakbondsleden hebben het arbeidsvoorwaardelijk resultaat afgewezen. In een interne defensie-enquête heeft 83% van de respondenten aangegeven dat zij niet tevreden zijn over dit resultaat. 82% heeft het loonbod afgewezen. Dit zijn duidelijke en zorgelijke cijfers.
Als ik terugkijk op het afgelopen jaar, kan ik niet anders dan vaststellen dat ondanks alle mooie woorden en intenties van ‘zet het personeel op één’, daar niet veel van terecht is gekomen. En dit laatste is in mijn ogen onbegrijpelijk gezien de braindrain die al jaren gaande is bij Defensie. Ik zie OPCO-commandanten met de beste bedoelingen (behoud-)maatregelen nemen, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de regie ontbreekt en dat er sprake is van paniekvoetbal. De linkervoet weet niet wat de rechtervoet doet met het gevaar dat Defensie zichzelf struikelend buitenspel zet.
Tijdens het wetgevingsoverleg in de Tweede Kamer is lang stil gestaan bij het personeel. Veel Kamerleden maken zich oprecht zorgen over Defensie en haar personeel. Er werden verschillende moties ingediend om de arbeidsvoorwaarden van het defensiepersoneel te verbeteren. De ingediende moties voor betere en hogere toelages en betere arbeidsvoorwaarden werden door de staatssecretaris ontraden en derhalve door de regeringspartijen niet gesteund. Een niet onbelangrijk signaal, want als deze moties zouden zijn aangenomen zou dit ‘wind in de zeilen’ voor de staatssecretaris en het defensiepersoneel hebben kunnen betekenen. Want als een een meerderheid in de Tweede Kamer het defensiepersoneel op één zet, dan was dit een signaal geweest aan het kabinet dat de mooie woorden en intenties omgezet moeten worden in harde arbeidsvoorwaardelijke euro’s.
Vooralsnog betekent het voor het defensiepersoneel dat het, niet voor het eerst, met lege handen staat. En dat in een tijd van hoogconjunctuur en extra geld voor Defensie. Als ik de experts moet geloven dan lijkt het erop dat de hoogtijdagen binnenkort tot een eind gaan komen. Ik hoop dat de experts het verkeerd zien want in plaats van ‘wind in de zeilen’ moeten dan de zeilen, vanwege het slechte weer, worden gestreken. En dit laatste hebben Defensie en haar personeel zeker niet verdiend.
Ik wens u en de uwen fijne feestdagen en een mooi en vooral gezond 2019.