Naar een nieuw akkoord!
31 juni 2022 werd het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021-2023 getekend met een looptijd tot 31 december van dit jaar. Waar we in het verleden vaak maanden tot zelfs jaren na het aflopen van een akkoord tot een nieuw akkoord kwamen, is het deze keer nadrukkelijk het streven om vóór het aflopen van de huidige tot een nieuwe overeenkomst te komen.
Wij hebben als GOV|MHB al een aantal maanden geleden onze voorlopige inzet bekend gemaakt en hebben op diverse locaties in het land en ook tijdens online sessie met onze leden hierover gesproken. Wat ons betreft is onze inzet duidelijk en kunnen wij met de onderhandelingen van start. Wel zullen we met de andere bonden overleggen of we tot een gezamenlijke inzetbrief kunnen komen. Vorige week ontvingen wij van de staatssecretaris een brief met de inzet van Defensie en het bericht dat zij graag de onderhandelingen voor een nieuw akkoord willen starten. Ook hier zie ik een duidelijke breuk met het verleden. Regelmatig hebben de bonden de werkgever moeten oproepen de onderhandelingen te starten en net zo regelmatig werd dit vervolgens nog maanden afgehouden. Nu komt de werkgever zelf en op tijd met een inzetbrief. Dit geeft vertrouwen voor het vervolg van het traject. De onderwerpen in de brief waar Defensie met de bonden over wil praten tonen grote gelijkenis met onze inzet. Uiteraard is een goede loonontwikkeling een van de belangrijkste elementen, maar ook toelagen (voor inzet), een mobiliteitsplan, de beloningspositie voor burgerpersoneel en voorzieningen voor het in het buitenland geplaatste defensiepersoneel zijn allemaal onderwerpen die we gezamenlijk belangrijk vinden. Het lijkt er dus op dat we niet al teveel discussie zullen hebben over de gespreksonderwerpen, maar dat het meer om de maatvoering ervan gaat. Allereerst de loonontwikkeling. Defensie spreekt in haar brief niet over krachtig inzetten op loonontwikkeling, maar wel over het tegemoetkomen van de negatieve effecten van de inflatie. Omdat de loonontwikkeling voor 2023 niet in de buurt is gekomen van de inflatie en die inflatie nog steeds erg hoog is, zal tijdens de onderhandelingen moeten blijken of de beschikbare ruimte voldoende is om tot een akkoord te komen. Mijn inschatting is dat dit een cruciaal element van de onderhandelingen zal zijn. Op het gebied van de toelagen lijken we het aardig met elkaar eens te zijn. Een nieuw stelsel van toelagen die zo generiek als mogelijk en zo specifiek als noodzakelijk is en waar de toelagen voor inzet prioriteit zouden moeten hebben. Dit raakt ook direct de inzetbaarheid van de krijgsmacht als het gaat om inzet met betrekking tot Oekraïne en de NAVO-verplichtingen. Als het gaat om de onderwerpen mobiliteitsplan en voorzieningen voor het defensiepersoneel dat in het buitenland is geplaatst, dan geven we beiden aan dat we dit belangrijk vinden. De inzetbrief is verder onvoldoende specifiek om te kunnen beoordelen of we hier inhoudelijk op een lijn zitten. Bij de beloningspositie van het burgerpersoneel is het voor de GOV|MHB belangrijk om te bepalen waarmee we die beloningspositie vergelijken. Is dit met het burgerpersoneel bij het Rijk en/of met de militairen? In het geval van een vergelijk met de militairen zijn er wel twee zaken waar eerst eenheid van opvatting over dient te bestaan om een eerlijk en uitlegbaar vergelijk te kunnen maken. Ten eerste, welk deel van de beloning voor de militair is voor de bijzondere positie van de militair? Ten tweede moet worden vastgesteld op welke wijze wij in de toekomst de functiewaardering willen inrichten en welke schaal met welke rang daarbij vergeleken moet worden. Zijn deze twee zaken niet goed vastgesteld, dan is een goed vergelijk niet mogelijk. Wij hadden graag gezien dat we in het huidige akkoord hier al concrete afspraken over zouden hebben gemaakt, maar dit moet daarom alsnog gebeuren. Net als Defensie vinden ook wij dat het oplossen van personeelstekort de grootste prioriteit heeft. Daarom is een vernieuwing van het HR-model van essentieel belang. Afspraken over nieuwe aanstellingsvormen zijn hier een belangrijk onderdeel van. Overigens zijn wij wel van mening dat, als wij hier eerder overeenstemming over zouden bereiken, we niet moeten wachten tot het bereiken van een AV-akkoord om deze afspraken te effectueren. Elke maand dat we langer wachten met deze afspraken heeft het ongewenste vertrek van personeel tot gevolg en blijft dit negatieve gevolgen voor de instroom hebben. Hoe eerder, hoe beter dus. Zijn er naast overeenkomsten ook nog verschillen? Bij onze inzet staat ook nog een aantal onderwerpen genoemd die Defensie niet in haar inzetbrief heeft opgenomen. Bijvoorbeeld het invoeren van een individueel keuzebudget als opvolger van het cafetariamodel. In het huidige akkoord hebben wij hier reeds afspraken over gemaakt, dus het is belangrijk dat wij deze afspraken omzetten in de daadwerkelijke invoering hiervan. Een ander onderwerp is de belasting van het personeel. Steeds vaker zien wij dat het personeelstekort, de vele projecten en reorganisaties die lopen en de inzet voor Oekraïne tot een grotere belasting van het personeel leiden. Steeds vaker zorgt dit voor uitval van mensen of andere spanningen. Naast het personeelstekort verminderen zijn er ook andere maatregelen die genomen kunnen worden om dit probleem op te lossen. Tot slot vragen wij in onze inzet ook om anders om te gaan met reorganisaties. De huidige manier waarop wij hier overleg over voeren past onvoldoende aan de ontwikkelingen in de organisatie.
Al met al is er dus veel waar over gesproken moet worden en begint het einde van de huidige looptijd in zicht te komen. Nog veel werk te verzetten dus. Binnenkort zullen Defensie en de bonden bij elkaar moeten komen om af spraken te maken over het vervolg van het proces. Daarna zal een groot deel van het proces in de werkgroep arbeidsvoorwaarden worden gehouden. In het verleden gold hier altijd een grote mate van geheimhouding. Wij hopen deze keer afspraken te kunnen maken om dit proces met meer openheid te doen, of op z’n minst vaker gezamenlijk naar buiten te treden over de voortgang. En dan zullen we hopelijk snel tot een resultaat komen wat wij aan de leden kunnen voorleggen. In het geval dat de meerderheid hiervan akkoord gaat zouden we ergens aan het einde van het jaar een akkoord kunnen bereiken. Mochten we niet tot een resultaat komen, of mochten de leden het resultaat afwijzen, dan zullen we goed moeten nadenken hoe we verder gaan. In eerdere situaties kozen de bonden er vaak voor om al het overleg met de werkgever op te schorten maar dat lijkt mij in deze tijd zeer onverstandig. Hiermee zouden we ook alle reorganisatie- en andere overlegonderwerpen boycotten. Dit zou tot grote vertragingen bij Defensie kunnen leiden en daar is zowel de werkgever als het personeel niet bij gebaat. Ik denk daarnaast dat het uitblijven van een akkoord in deze tijd voldoende druk bij de werkgever zou moeten leggen en dat verdere escalaties niet nodig zijn. Het overleg is afgelopen jaar na jaren van schorsing juist net hervat en heeft er geen belang bij om dit opnieuw te frustreren. Laten we er daarom als sociale partners samen voor gaan om een dergelijke situatie te voorkomen en zorgen voor een goed nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord.