Aan het einde van maandag 21 januari mochten (de meeste) militairen hun eerste loonstrook van 2013 ontvangen.
Deze loonstrook zou duidelijk maken wat de negatieve effecten van de Wet Uniformering Loonbegrip (WUL) voor de individuele militair zou inhouden.
Ook zou er een toelichting van Defensie bijgevoegd zijn, waarin het een en ander in wordt toegelicht.

 

Onduidelijk
Na bestudering van de loonstroken en de toelichting, alsmede uit de vele reacties die de GOV|MHB mocht ontvangen, bleek dat het volledig onduidelijk is wat nu exact het effect van de WUL is.
Ook bleek dat de toelichting, net als de eerdere brief, onjuistheden bevat.

 

Toelichting
In de toelichting gaat Defensie in op een drietal elementen van de loonstrook: de gestegen pensioenpremie, de gestegen premie SZVK en de compensatie van de effecten van de WUL.

 

Wanneer echter de toelichting naast de loonstrook wordt gelegd is het volledig onduidelijk hoe de compensatie op de loonstrook is terug te zien.
Ook de verwijzing naar de twee tabellen maakt voor velen niet duidelijk hoe een en ander nu in elkaar steekt.

 

Daarnaast spreekt de toelichting over: “Defensie vindt dit ongewenst en heeft voor 2013 maatregelen voor het militaire personeel genomen waarmee wordt aangesloten bij de loonontwikkeling in de samenleving.” Dit is pertinent onjuist.

 

De loonontwikkeling in de samenleving kent een bandbreedte van -1,5% en +1,5%.
De compensatie door Defensie, voor 2013, kent twee verschillende bandbreedtes:
Van 01 januari tot 31 maart: - 2,3% tot - 0,3%
Van 1 april tot 31 december: - 1,5% tot - 0,7%

 

Daar waar in de samenleving het gemiddelde ligt op 0,0%, zoals ook is bedoeld bij de invoering van de WUL, ligt het gemiddelde bij de militairen op resp. -1,3% en -1,1%.

 

De GOV|MHB betreurt het ten zeerste dat Defensie er voor blijft kiezen om niet open en eerlijk te communiceren met het personeel.
Dit is niet in het belang van het personeel, noch voor het vertrouwen van het defensiepersoneel in de werkgever Defensie.

 

De compensatie per 1 januari 2013
Onderstaand een toelichting van de GOV|MHB op de loonstrook van januari 2013.

De loonstrook kent enkele wijzigingen t.o.v. de loonstrook van december 2012.
De belangrijkste wijzigingen betreffen de drie in de toelichting genoemde elementen:

  • de stijging van de ‘Premie OP/NP’ (=pensioenpremie);
  • de stijging van de ‘Werknemerspremie SZVK %’;
  • de compensatie WUL.

De achteruitgang per 1 januari

De eerste twee zijn direct zichtbaar wanneer de loonstroken van december 2012 en januari 2013 naast elkaar worden gelegd. De laatste bestaat uit een tweetal elementen:

  • de verlaging van de ‘Premie VUT Equivalent’;
  • het wegvallen van de ‘werkgeversbijdr SZVK’.

Werkgeversbijdrage SZVK
De belastingdienst ziet de geneeskundige verzorging van de militair als een vorm van loon in natura. Daarom moet hierover belasting betaald worden.
Dit werd tot en met 2012 gedaan door de werkgeversbijdrage SZVK op te tellen bij het belastbaar inkomen, maar niet daadwerkelijk uit te betalen aan de militair.
Dit is zichtbaar aan de plaats van de werkgeversbijdrage SZVK op de loonstrook van december 2012: onder het ‘Coördinatieloon SV’, in de meest linkse kolom (‘Norm. Tar.’).
Dit hield dus niet in dat de militair ook daadwerkelijk de werkgeversbijdrage SZVK ontving!
Alles wat de militair daadwerkelijk krijgt of aan premies moet betalen staat in de meest rechtse kolom (‘Bedrag’).

 

Defensie heeft, ter compensatie van de effecten van de WUL, besloten de belasting over deze werkgeversbijdrage SZVK in 2013 zelf te betalen.

 

Verdere achteruitgang per 1 april
Hoewel veel militairen per 1 januari de koopkracht, als gevolg van de WUL, drastisch hebben zien dalen, is het leed hiermee nog niet geleden.
Door de zeer korte tijd die defensie had om de compensatie door te voeren, worden nu mn de laagste rangen, ondanks de compensatie, nog steeds zeer zwaar getroffen: tot -2,3%
Per 1 april volgt daarom een aanpassing van de compensatie om ervoor te zorgen dat geen enkele militair een groter negatief effect kent dan -1,5%
Deze aanpassing gaat ten koste van de compensatie van mn de rangen sergeant KM/sergeant-majoor tot en met luitenant ter zee der eerste klasse/majoor.
Deze militairen gaan er hierdoor per 1 april nog verder op achteruit.
Deze verdere achteruitgang kan oplopen tot -0,6% bovenop de huidige achteruitgang.

De exacte achteruitgang per 1 april kan worden gevonden in tabel C.