De GOV|MHB heeft 10 oktober jl. een brief naar de Vaste Commisie Defensie verstuurd. In deze brief vraagt de GOV|MHB aandacht voor de bijzondere positie van de militair. De militair die vanuit zijn bijzondere positie in zijn grondrechten is beperkt en tegelijkertijd (onbedoeld) financiële beperkingen ondervindt. Dit laatste wordt onder andere veroorzaakt door (fiscale) wetgeving waarin geen rekening wordt gehouden met de bijzondere positie van de militair in de Nederlandse samenleving. Daarnaast wordt er een steeds groter deel van het defensiebudget uitgeven aan (terechte) financiële claims die voortvloeien uit de bijzondere positie en inzet van de militair met als gevolg dat dit budget niet kan worden ingezet waarvoor het is bedoeld namelijk een voor haar taak berekende krijgsmacht.
De GOV|MHB constateert dat ten gevolge van de bijzondere positie van de militair zowel het ministerie van Defensie maar ook haar personeel onevenredig hard wordt geraakt door algemene regelgeving die in meer of mindere mate niet van toepassing is op Defensie en haar personeel. Daarnaast constateert de GOV|MHB ook dat vanwege de onlosmakelijke gevolgen van de bijzondere positie en inzet van militairen het ministerie van Defensie harder wordt geraakt dan niet- uitvoerende ministeries. Het laatste heeft tot gevolg dat de kosten die hier uit voortvloeien een steeds hogere druk op het defensiebudget leggen en Defensie hier eigenlijk voor zou moeten worden gecompenseerd.
De volledige brief kunt u hier lezen.