De minister van Defensie overtreedt de wet door een verboden onderscheid naar leeftijd te maken bij het stoppen van de Uitkering Gewezen Militairen én de wachtgelduitkering op de leeftijd van 65 jaar. Dit oordeelde het College voor de Rechten van de Mens eind 2014.

Er is door de bonden, samen met Defensie een “voorlopige voorziening AOW-gat” getroffen (zie onder). Daarnaast lopen er echter meerdere juridische procedures tegen het AOW gat. Defensie heeft daarbij aangegeven deze tot aan de Centrale Raad van Beroep te zullen blijven voeren.

Als gevolg van de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep kan de “voorlopige voorziening AOW-gat” wijzigen.Het is echter toegestaan dat er geen terugwerkende kracht wordt verbonden aan een gewijzigde regeling, voor hen die geen bezwaar hebben ingediend. Wij roepen u daarom op om alsnog bezwaar aan te tekenen.

De GOV|MHB raadt alle militairen, die een besluit hebben gekregen over hun UGM én waarvan de bezwaartermijn nog open staat, aan om bezwaar aan te tekenen. Dit dient te gebeuren binnen zes weken na dagtekening van het besluit. Alle gewezen militairen waarvan het besluit over de UGM langer terug ligt dan zes weken raden wij aan een verzoek in te dienen voor herziening van het besluit, op grond van de uitspraak van het College.

Voor alle gewezen militairen en burgermedewerkers die als gevolg van het beëindigen van de wachtgelduitkering of de BBW-uitkering geconfronteerd gaan worden met een AOW-gat geldt het advies om een verzoek tot verlenging in te dienen. Alle gewezen militairen en burgermedewerkers die als gevolg van het beëindigen van de wachtgelduitkering of de BBW-uitkering momenteel met een AOW-gat geconfronteerd worden raadt de GOV|MHB aan om een verzoek tot herziening van het besluit indienen.

Voor eenieder die reeds geconfronteerd is geweest met een AOW-gat bestaat geen mogelijkheid meer om een herziening in te dienen, daar het bij een herziening in alle gevallen alleen om toekomstige aanspraken gaat. Voor hen die reeds geconfronteerd zijn geweest met een AOW-gat is dat dus niet meer van toepassing.

Voor ondersteuning bij het bezwaar of het verzoek kunnen leden (GOV|MHB, KVMO en NOV) contact opnemen met de sectie Juridische Ondersteuning van de GOV|MHB via: o.v.v. AOW-gat en de vereniging waarvan men lid is.

TOELICHTING

Bijna een jaar geleden (11 december 2014) oordeelde het College voor de rechten van de Mens (hierna: het College) dat de minister van Defensie de wet overtreedt door een verboden onderscheid te maken naar leeftijd bij het stoppen van de Uitkering Gewezen Militairen (UGM) op 65 jaar. Hiervoor onderkende het College twee gronden: Ten eerste dat het middel niet passend is doordat er geen aansluiting (meer) is met de AOW-uitkering. Ten tweede dat het stoppen van de UGM disproportionele gevolgen heeft, namelijk een grote inkomensachteruitgang. Enkele lagere rechtbanken hebben een soortgelijk oordeel geveld inzake het stoppen van de wachtgelduitkering van gewezen burgermedewerkers op de leeftijd van 65 jaar.

Al geruime tijd heeft Defensie zich echter op het standpunt gesteld dat het ultimo de Centrale Raad van Beroep is die bepaalt of Defensie op een juridisch correcte wijze omgaat met gewezen militair ambtenaren en gewezen burgermedewerkers. Eventuele uitspraken van de Centrale Raad van Beroep laten echter, naar het zich laat aanzien, nog geruime tijd op zich wachten.

Daarom hebben Defensie en de Centrales van Overheidspersoneel al eerder, in het eerste deelakkoord arbeidsvoorwaarden, overeenstemming bereikt over een voorziening t.b.v. het ondervangen van de negatieve gevolgen van het ontbreken van de AOW-uitkering. De GOV|MHB benadrukt dat deze overeengekomen voorziening een ‘voorlopige’ regeling betreft. De reden voor deze voorlopige status is tweeledig:

  1. In de eerste plaats omdat deze voorziening deel uit maakt van het totale pakket aan arbeidsvoorwaarden waarover Defensie en de Centrales momenteel onderhandelen.
    Pas nadat de achterban van Defensie en de Centrales hebben ingestemd met de uitkomst van het totale pakket kan er sprake zijn van een definitieve voorziening.
  2. Ten tweede omdat er op dit moment vele juridische procedures lopen aangaande het AOW-gat, aangespannen door gewezen defensiemedewerkers. Niet uit te sluiten valt dat in dit proces van juridische procedures de Centrale Raad van Beroep een of meerdere uitspraken doet die noopt tot aanpassing van de nu overeengekomen voorziening.

GOV|MHB
Het kan volgens de GOV|MHB namelijk niet zo zijn dat gewezen militair ambtenaren en gewezen burgermedewerkers bij Defensie in grote financiële problemen kunnen komen door het AOW-gat. Daar het juridische steekspel nog vele maanden kan gaan duren en het AOW-gat, door de versnelde ophoging van de AOW-leeftijd, snel groter wordt heeft de GOV|MHB ervoor gekozen om met de bovengenoemde voorlopige voorziening in te stemmen. Voor meer informatie omtrent de voorlopige voorziening zie ProDef-Bulletin nr. 5 van augustus 2015.