De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) in de rechtszaken die burgermedewerkers met wachtgeld hebben aangespannen tegen Defensie die voor 4 mei stond gepland is uitgesteld. De CRvB heeft laten weten pas eind mei mogelijk juni een uitspraak te zullen doen.
Al geruime tijd heeft Defensie zich op het standpunt gesteld dat het ultimo de CRvB is die bepaalt of Defensie op een juridisch correcte wijze omgaat met gewezen militaire ambtenaren en gewezen burgermedewerkers. De uitspraak van de CRvB die voor 4 mei stond gepland betrekt zich tot het AOW-gat voor burgermedewerkers met wachtgeld, maar zou ook van invloed kunnen zijn op andere uitspraken van de Centrale Raad met betrekking tot militaire medewerkers.
Als reden voor de vertraging (de datum van de uitspraak is al eerder uitgesteld) voert de griffier van de CRvB aan: “met het oog op afstemming binnen de Raad met het oog op andere zaken”.
Al eerder is, in afwachting van de uitspraak, de behandeling van de ‘voorziening AOW- gat’ door de Vaste Commissie voor Defensie (VCD) tot nader order uitgesteld. De behandeling stond gepland voor het Algemeen Overleg (AO) Personeel van 22 april.
GOV|MHB
De GOV|MHB is van mening dat het uitstellen van de uitspraak van de CRvB en de behandeling van het AOW- gat geen recht doet aan de grote financiële onzekerheid waarmee een grote groep (oud) defensiemedewerkers, zowel militairen als burgers, worden geconfronteerd. Al eerder riep de GOV|MHB, in een brief van 21 januari 2016, het Kabinet op om zorg te dragen voor de reparatie van het AOW-gat. Het is immers de minister van Financiën die de revenuen van het ophoging van de AOW-leeftijd heeft ontvangen. Vanuit deze inkomsten dient dan ook de reparatie te worden betaald.