Het aantal vacatures bij Defensie blijft groot. Het zittende personeel loopt harder weg dan nieuw personeel is te werven. Defensie wordt niet meer als de goede werkgever van weleer gezien. En in plaats van te investeren in het personeel om Defensie weer naar de top 10 van aantrekkelijke werkgevers te loodsen, erkent de minister aan de Tweede Kamer dat zij het personeelsbudget juist afroomt om dit geld elders binnen Defensie te besteden.
De Minister van Defensie heeft de Tweede Kamer nader geïnformeerd over de vullingspercentages van de krijgsmacht.
Uit deze nadere toelichting blijkt dat de analyse van de GOV|MHB m.b.t. het wegvloeien van personeelsbudget naar andere budgetten binnen Defensie een juiste is. De Minister van Defensie roomt inderdaad het personeelsbudget af.
In de Kamerbrief ‘Inzicht vullingspercentages en reservistenbudget’ stelt de minister: “Wanneer het niet in de verwachting ligt dat de formatie in een begrotingsjaar volledig zal worden gevuld, is het niet wenselijk om bij de bepaling van de budgetten uit te gaan van de volledige formatie. Dat zou immers betekenen dat de budgetten aan het eind van het jaar niet volledig zijn uitgeput. Om tot een realistische raming te komen, wordt in plaats daarvan de verwachte gemiddelde jaarsterkte voor het begrotingsjaar als grondslag gebruikt.”.
Hiermee onderschrijft de minister de conclusie van de GOV|MHB dat Defensie het arbeidsvoorwaardenbudget afroomt – overigens zonder instemming van de bonden - ten gunste van andere budgetten binnen Defensie.
Suggestief
Naast het voornoemde stelt de minister in de Kamerbrief ook “ Het militaire personeel dat niet op een reguliere functie is geplaatst, wordt niet meegeteld in de vullingspercentages. Het gaat dan onder meer om personeel dat een langdurige opleiding volgt, interne herplaatser is (of anderszins op een vervolgfunctie wacht), een langdurig re-integratietraject doorloopt of van de regeling voor ontslagbescherming gebruik maakt.” en “Uit die budgetten (red.: personeelsbudget) moet immers ook het personeel worden betaald dat niet op een reguliere functie is geplaatst“.
Dit wordt geïllustreerd met een voorbeeld van het CLAS: een vullingspercentage van 93,4% en 3,8% van het totale militaire personeelsbestand dat geen reguliere functie bezet.
Hiermee wekt de minister de indruk dat het afromen nog wel meevalt en dat 97,2% van het personeelsbudget, dat behoort bij een 100% vulling, opgesoupeerd wordt. Dit is echter niet het geval!
Zoals bijvoorbeeld uit de Defensiebegroting 2016 blijkt (blz.78) wordt er separaat budget gereserveerd voor bijv. personeel dat een langdurige opleiding volgt. Dit personeel bezet namelijk een zogenaamde NBOF-arbeidsplaats (Niet Beschikbaar Op Functie.) Dit personeel drukt dus niet op het personeelsbudget dat bedoeld is voor de vulling van de reguliere arbeidsplaatsen, zoals door Defensie gesuggereerd wordt.
Dit is ook het geval voor de genoemde categorie personeel dat van de regeling voor ontslagbescherming gebruik maakt. Voor dit personeel is een separaat budget beschikbaar: het SBK-budget. Ook dit personeel drukt dus niet op het personeelsbudget dat bedoeld is voor de vulling van de reguliere arbeidsplaatsen, zoals door Defensie gesuggereerd wordt.
Wat deze suggestiviteit nog versterkt is het feit dat de minister in de kamerbrief het CLAS als voorbeeld neemt. Zo is het vullingspercentage van reguliere militaire functies bij het CZSK (per november 2015) slechts 85%. Dat maakt het een stuk lastiger om een ‘rechtmatige’ verklaring te geven voor het verschil van 15% met het personeelsbudget, dat behoort bij een 100% vulling. Als dat er zou zijn.
Wat dat betreft is ook deze Kamerbrief (wederom) een voorbeeld van ‘Kamervragen en antwoorden: een kat en muis-spel’. De Kamerleden zijn nu weer aan zet!
GOV|MHB
De GOV|MHB waarschuwt al sinds 2012 voor een forse ondervulling van de Krijgsmacht, ondanks de reorganisaties waarbij 12.000 functies zijn komen te vervallen.
Helaas worden deze waarschuwingen met de huidige cijfers (wederom) bevestigd.
De economie trekt aan, werkgevers hebben weer vacatures, de werkeloosheid begint langzaam iets af te nemen, maar de (ir)reguliere uitstroom bij Defensie blijft groter dan de werving. Defensie wordt al lange tijd niet meer als de goede werkgever van weleer gezien.
In plaats Defensie weer naar de top 10 van aantrekkelijke werkgevers te loodsen, middels het afgeroomde arbeidsvoorwaardenbudget te investeren in noodzakelijke verbeteringen van de arbeidsvoorwaarden van het defensiepersoneel, wordt dit geld elders binnen de Krijgsmacht gebruikt. Gevolg: het zittende personeel loopt harder weg dan nieuw personeel bij Defensie wil komen werken. En dat ‘gat’ wordt alleen maar groter.
Het is tijd om daadwerkelijk te investeren in het personeel!