Op 8 december 2017 hebben Defensie en de Centrales van Overheidspersoneel (hierna centrales) overeenstemming bereikt over een nieuwe regeling huisvesting en voeding militairen. Hiermee werd invulling gegeven aan de afspraken en uitgangspunten die in het arbeidsvoorwaardenakkoord 2017-2018 zijn gemaakt. De regeling is per 1 januari 2018 van kracht.
Op 24 november 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep bepaald dat Defensie bij het toekennen van tegemoetkoming(en) voor huisvesting, voeding en reiskosten geen onderscheid mag maken tussen militairen die een eigen huishouding voeren en militairen bij wie dat niet het geval is. Naast dat het criterium eigen huishouding uit de regelgeving verwijderd moest worden had Defensie tevens aangegeven naar de gehele ‘regeling huisvesting en voeding militairen’ te willen kijken. Onduidelijkheden omtrent het wel of niet toewijzen van huisvesting, de eigen bijdrage bij verstrekking van voeding, enzovoorts. Pas in de werkgroep Algemene Financiële Rechtspositie van 10 mei 2016 bood Defensie een nieuw concept ‘regeling huisvesting en voeding Defensie’ aan.
Nu ligt er dus eindelijk een nieuwe regeling die vanaf 1 januari 2018 van kracht zal zijn. Hieronder zullen de belangrijkste aspecten van de nieuwe regeling worden genoemd.
Huisvesting
Waar in de oude regeling verstrekking van huisvesting een gunst in geval van beschikbaarheid (zogenoemde ‘kan’ bepaling) betrof is huisvesting in de nieuwe regeling een recht onder voorwaarden. Indien de militair aan deze voorwaarden voldoet is Defensie verplicht hem/haar huisvesting te verstrekken. De voorwaarden die in de regeling zijn opgenomen zijn criteria die afgeleid zijn van de richtlijnen die voorheen aan commandanten zijn opgedragen bij de beoordeling of een medewerker wel of niet in aanmerking komt voor huisvesting. Het betreft het afstandscriterium van minimaal 70 km tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling, en bij gebruik van het openbaar vervoer minimaal 1,5 uur (van deur tot deur). Indien een medewerker aan deze voorwaarden voldoet bestaat er een recht op huisvesting, ongeacht de beschikbaarheid van huisvesting op die locatie. Is er geen huisvesting op de betreffende locatie beschikbaar dan dient Defensie binnen een bepaalde afstand in huisvesting te voorzien. In de nieuwe regeling is tevens een duidelijke grens van maximaal 15 km tussen de werkplek en de huisvesting opgenomen.
Voeding
In de loop der jaren is in de regelgeving een constructie ontstaan waarbij voeding wordt verstrekt voor rekening van Defensie en waar de militair dan een eigen bijdrage voor verschuldigd is. In een aantal gevallen is vrijstelling van het betalen van de eigen bijdrage mogelijk. Het merendeel van de militairen kwam in aanmerking voor deze vrijstelling. In de praktijk is er, op een enkele locatie na, geen sprake meer van de eerdergenoemde constructie, maar betreft het een forfaitaire tegemoetkoming t.b.v. voeding die Defensie aan de militair betaald. Nu de regeling op een groot aantal punten wordt gewijzigd zou ook de bestaande praktijk van een tegemoetkoming in de voeding op een juiste manier in de regelgeving moeten worden opgenomen.
Een maatregel die in eerdere voorstellen van Defensie was opgenomen betrof de invoering van een voedingskaart met daarop een tegoed per dag voor gebruik bij een eetgelegenheid op een Defensielocatie. Indien de militair op een dag voor een hoger bedrag de maaltijden heeft genuttigd zouden de meerkosten door de militair moeten worden betaald. De GOV|MHB heeft zich vanaf het begin hevig verzet tegen deze vorm van verstrekking van voedsel. Wij zijn van mening dat het personeel zelf zou mogen beslissen of ze wel of geen gebruik maken van Paresto. Ook zijn er nog diverse locaties waar geen of onvoldoende beschikking is van een bedrijfsrestaurant (van Paresto). Tevens zou dit het wegvallen van de forfaitaire vergoeding, en de flexibiliteit om dit naar eigen inzicht te besteden, betekenen.
In de nieuwe regeling is er nog steeds sprake van een forfaitaire vergoeding, alleen wordt deze middels een aanvraag in DIDO achteraf gedeclareerd en niet zoals voorheen ingehouden op een van tevoren verstrekt voorschot. Zaken die in de oude regeling al werden meegenomen bij de bepaling of er recht bestond op de maaltijd, zoals verlof, ziekte, dienstreizen en oefeningen, blijven van toepassing. In de nieuwe regeling wordt echter ook rekening gehouden met het thuis werken bij de bepaling van de vergoeding voor voeding. Er is afgesproken dat er op zeer korte termijn een uitvoeringsbepaling overeengekomen gaat worden waarin de details over de wijze waarop de vergoeding voor voeding wordt verstrekt zijn opgenomen.
GOVMHB
De GOV|MHB is tevreden dat huisvesting in de nieuwe regeling een recht wordt en dat er ook een grens met betrekking tot de afstand van de huisvesting tot de werkplek wordt gesteld. De criteria die bepalen of wel of niet recht bestaat op huisvesting zijn nu duidelijk in de regelgeving opgenomen. Voor het openbaar vervoer is de grens weliswaar opgehoogd naar 1,5 uur maar dit betreft wel van deur tot deur en niet van halte tot halte waardoor excessen voor moeilijk beschikbare locaties of mensen die ver van een halte wonen worden voorkomen.
Wat de voeding betreft is naar onze mening de systematiek van een declaratie achteraf beter omdat dit voorkomt dat bij oefeningen of lange afwezigheid het voorgeschoten bedrag geheel of grotendeels wordt ingevorderd. Het feit dat thuiswerken nu wel mee wordt genomen kan in sommige gevallen betekenen dat de vergoeding lager uitvalt. Voor de GOV|MHB was dit meer acceptabel als de invoering van een voedingskaart waardoor de volledige vergoeding zou vervallen en men verplicht wordt bij Paresto de maaltijd te genieten (met de eventuele meerkosten van dien).
Tot slot is er voor het personeel dat nu gehuisvest is een overgangsregeling overeen gekomen. Dit om te voorkomen dat het personeel gedwongen wordt de huisvesting op te geven omdat zij niet voldoen aan de criteria voor huisvesting in de nieuwe regelgeving, en dus genoodzaakt zijn dagelijks te reizen tussen de werkplek en de woonplaats.